De basis van het FPPB-model bestaat uit drie pijlers: groei, gezondheid en geluk. Wanneer mensen gezond zijn, zich persoonlijk ontwikkelen (groei) en zich gelukkig voelen worden zij veerkrachtig voor verandering. Veerkrachtige mensen zijn fysiek en mentaal belastbaar, staan positief in het leven en zijn gemotiveerd. Daarnaast staan zij open voor veranderingen, leren continue en zijn innovatief. Met andere woorden: dit type mens is duurzaam inzetbaar. De effecten van duurzame inzetbare mensen zijn hier terug te lezen. Wanneer blijvend wordt geïnvesteerd in duurzame inzetbaarheid van mensen wordt gebouwd aan een liquid workforce. Wanneer mensen veerkrachtig voor verandering zijn wordt de organisatie wendbaar en hiermee toekomstbestendig.
Het fundament van duurzaam inzetbare mensen is de ability (kunnen). Hierbij gaat het om het fysieke en mentale vermogen. Wanneer mensen gezond zijn ontstaat er ruimte om in mogelijkheden te denken, het mentale vermogen. Mentaal robuuste mensen kunnen doorgroeien naar het niveau "vitaal & energiek". Kenmerkend van vitale mensen is dat zij positief in het leven staan, mentaal veerkrachtig zijn en commitment vertonen. Dit draagt direct bij aan de duurzame inzetbaarheid. Daarnaast ontstaat er bij mentaal robuuste mensen ruimte voor het ontwikkelen van talenten. Deze persoonlijke groei en ontwikkeling draagt direct bij aan het veerkrachtig voor veranderingen worden, oftewel aan de duurzame inzetbaarheid.
In het model wordt de menselijke factor direct gekoppeld aan de organisatie. Immers mensen maken de organisatie. Een organisatie kan economisch pas effectief zijn als mensen in staat zijn om het werk te doen. In organisatorische termen wordt dan gesproken over werkomstandigheden en arbeidsvoorwaarden. Een organisatie is ook mentaal robuust wanneer er duidelijkheid is in taken en bevoegdheden, standaardisatie van processen en verzuim zoveel mogelijk wordt voorkomen. Een organisatie met een robuust fundament kan zich ontwikkelen naar een flexibele organisatie door aandacht voor gezondheid/vitaliteit, de balans in werk en privé en situationeel leiderschap. Daarnaast ontstaat er bij een robuuste organisatie ruimte voor talentontwikkeling. Wanneer een organisatie de groei en ontwikkeling van mensen structureel bevordert draagt dit direct bij aan het worden van een agile innovatie organisatie, oftewel aan de toekomstbestendigheid van de organisatie.
Door te investeren in de duurzame inzetbaarheid van mensen bouwt u aan de toekomstbestendige organisatie. Het model kent vijf fasen van duurzame inzetbaarheid en toekomstbestendigheid van de organisatie:
1. Fysiek robuust - Economisch effectieve organisatie
2. Mentaal robuust - Robuuste organisatie
3. Vitaal & energiek - Flexibele organisatie
4. Talent ontplooiing - Talent organisatie
5. Veerkrachtig voor verandering - Agile innovatie organisatie
Onderstaand zijn per fasen ook enkele menselijk- en organisatie kenmerken terug te vinden.